4.

Bevolkingsgroei in Brabant

De Brabantse bevolking groeit tot begin jaren ’40 nog met ruim 130.000 mensen, tot bijna 2,65 miljoen inwoners. Daarna neemt het bevolkingsaantal iets af. 
Tegen het einde van de jaren ’20 krijgt het landelijk gebied als geheel te maken met bevolkingskrimp. In het stedelijk gebied blijft de bevolking nog lange tijd groeien, al neemt de groei ook hier sterk af.

Bevolkingsgroei in Brabant

Tot aan het begin van de jaren ’40 zal de Brabantse bevolking nog met ruim 130.000 mensen groeien (+5,3%), van 2.513.500 inwoners in 2017 tot ruim 2.645.000 kort na 2040. Daarna neemt het inwonertal licht af, tot iets minder dan 2.640.000 in 2050, zo’n 125.000 inwoners meer dan vandaag de dag  (tabel 4.1).

Tabel 4.1

Bevolkingsgroei in Noord-Brabant, 2017-2050

bevolking bevolkingsgroei bevolking
  2017 2017-2024 2025-2039 2040-2049 2017-2049 2050
Noord-Brabant 2.513.700 70.600 61.800 -7.600 124.900 2.638.500
Stedelijke concentratiegebieden 1.765.000 62.600 74.800 20.200 157.600 1.922.600
Landelijke gebieden 748.700 8.100 -13.100 -27.700 -32.700 715.900
RRO West-Brabant 699.600 16.600 7.500 -7.900 16.300 715.900
RRO Midden-Brabant 400.800 13.000 15.400 3.500 32.000 432.800
RRO Noordoost-Brabant 651.200 17.500 16.700 -4.000 30.200 681.400
RRO Zuidoost-Brabant 762.100 23.500 22.100 700 46.300 808.400
groei-indices
    2017-2024
(2017 = 100)
2025-2039
(2025 = 100)
2040-2049
(2040 = 100)
2017-2049
(2017 = 100)
 
Noord-Brabant   102,8 102,4 99,7 105,0  
Stedelijke concentratiegebieden   103,5 104,1 101,1 108,9  
Landelijke gebieden   101,1 98,3 96,3 95,6  
RRO West-Brabant   102,4 101,1 98,9 102,3  
RRO Midden-Brabant   103,3 103,7 100,8 108,0  
RRO Noordoost-Brabant   102,7 102,5 99,4 104,6  
RRO Zuidoost-Brabant   103,1 102,8 100,1 106,1  
De in de tabel opgenomen gegevens zijn afgerond op 100-tallen; hierdoor kunnen er in de tabel geringe afwijkingen voorkomen.
In de geprognotiseerde bevolkingsomvang per 1-1-2017 zijn de (voorlopige) maandgegevens van de binnenlandse en buitenlandse migratiesaldi t/m november 2016 verwerkt.

De 'standgegevens' over de bevolking en de woningvoorraad, zoals weergegeven in de tabellen, figuren en bijlagen op deze 'prognose-website', hebben steeds betrekking op de situatie per 1 januari van het betreffende jaar. In tabel 4.1 geldt dit bijvoorbeeld voor de bevolking in 2017 en 2050.
De 'stroomgegevens' over de groei van de bevolking en de woningvoorraad hebben betrekking op de ontwikkelingen tot en met het laatstgenoemde jaar. In tabel 4.1 geldt dit bijvoorbeeld voor de bevolkingsgroei in de periode 2017 tot en met 2024.

Zie ook: toelichting op de gehanteerde gebiedsindeling

 

Kent Noord-Brabant in de jaren ’90 nog een gemiddelde jaarlijkse groei van rond de 17.000 personen, na de eeuwwisseling is deze groei in korte tijd – voornamelijk onder invloed van negatieve migratiesaldi – gestaag teruggelopen tot zo’n 3.000 personen in 2006. Vooral door de (sterk) toegenomen positieve buitenlandse migratiesaldi is de bevolkingsgroei de laatste jaren echter weer beduidend hoger komen te liggen, met een groei van 10.000 personen in 2015 en bijna 15.000 in 2016, het hoogste niveau in jaren (figuur 4.1). Hoewel ook de komende jaren positieve migratiesaldi worden verwacht, zal de bevolkingsgroei geleidelijk aan wel afnemen. Dit hangt vooral samen met de ontwikkeling van de natuurlijke aanwas, het verschil tussen het aantal geboorten en het aantal sterfgevallen. De afgelopen decennia is deze natuurlijke bevolkingsgroei vrijwel voortdurend teruggelopen1.Vooral als gevolg van de vergrijzing en de hiermee samenhangende toename van de sterfte zet deze dalende lijn zich ook de komende jaren door en zal de natuurlijke aanwas aan het begin van de jaren ’30 omslaan in een natuurlijke afname. Het aantal sterfgevallen overtreft vanaf dat moment het aantal geboorten. Positieve migratiesaldi kunnen een bevolkingsafname nog wel even voorkomen, maar kort na 2040 zal de Brabantse bevolkingsomvang naar verwachting licht gaan krimpen.

Figuur 4.1

Bevolkingsgroei

Noord-Brabant, 1950-2050

 

Stedelijke concentratiegebieden en landelijke gebieden

De komende decennia zal de migratie steeds meer dé bepalende factor worden in de groei van de bevolking. Omdat migratie per saldo grotendeels terechtkomt in de stedelijke concentratiegebieden, ligt de groei hier hoger dan in de landelijke gebieden (tabel 4.1). De landelijke gebieden zien de bevolkingsaantallen als gevolg van natuurlijke afname tegen het einde van de jaren ’20 teruglopen (figuur 4.2b). In de stedelijke concentratiegebieden blijft de bevolking gedurende de gehele prognoseperiode nog groeien, al neemt de groei ook hier sterk af (figuur 4.2a). Naast hogere migratiesaldi kennen de stedelijke concentratiegebieden ook een hogere natuurlijke aanwas. Dit hangt samen met de (naar leeftijd selectieve) migratieontwikkelingen en de verschillen in leeftijdsopbouw tussen beide gebieden.

Figuur 4.2a

Bevolkingsgroei

Stedelijke concentratiegebieden, 2000-2050

 

Figuur 4.2b

Bevolkingsgroei

Landelijke gebieden, 2000-2050

 

  • 1. Vanaf 2012 is niet langer de natuurlijke aanwas de belangrijkste factor in de bevolkingsgroei in Brabant, maar het (totale) migratiesaldo (zie figuur 4.1). Ook de komende tijd zal de bevolkingsgroei voornamelijk bepaald worden door binnen- en buitenlandse migratie.