3.

Binnenlandse en buitenlandse migratieontwikkelingen

De komende tijd worden in Noord-Brabant positieve binnenlandse migratiesaldi verwacht van gemiddeld 700 personen per jaar. Dit is in lijn met het langjarig gemiddelde en met de doorgaans licht positieve saldi van de laatste jaren.
Vooral door asielmigratie is het buitenlands migratiesaldo recent sterk toegenomen, tot ca. +15.000 in 2016. De komende jaren zal dit saldo naar verwachting weer teruglopen, van 10.000 in 2017 tot ruim 4.000 midden jaren ’20.

Bij de sterke demografische veranderingen die zich sinds het begin van deze eeuw in Noord-Brabant voordoen, springen vooral de ontwikkelingen rond de binnen- en buitenlandse migratie(saldi) in het oog. Het ‘migratiebeeld’ wordt gekenmerkt door forse schommelingen. Zo zijn de positieve binnenlandse migratiesaldi uit de jaren ’90 vanaf 2002 omgeslagen in negatieve saldi, maar zijn deze saldi in de periode 2011 t/m 2015 juist weer (licht) positief. Gegevens over 20161 laten echter weer een behoorlijk negatief binnenlands saldo zien (figuur 3.1), dat overigens voor een belangrijk deel samenhangt met de recente toestroom van asielmigranten en de wijze waarop dit in de (gemeentelijke) bevolkingsstatistieken wordt verwerkt2.

Figuur 3.1

Binnenlands migratiesaldo 

Noord-Brabant, 1980-2050

 

Het beeld dat de buitenlandse migratie oproept is eveneens sterk wisselend. Forse positieve buitenlandse saldi hebben tussen 2002 en 2008 plaatsgemaakt voor sterk negatieve saldi. De laatste jaren kent Brabant weer duidelijk positieve buitenlandse migratiesaldi, met 2015 (+8.300) en vooral 2016 (ca. +15.000) als ‘piekjaren’ (figuur 3.2). Niet eerder – gemeten vanaf 2050 – lag het buitenlandse migratiesaldo in onze provincie op een dergelijk hoog niveau.

Vergeleken met de vorige prognose en in lijn ook met de saldi die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) de komende jaren voor geheel Nederland verwacht3, is – vooral voor de eerstkomende jaren – uitgegaan van hogere buitenlandse migratiesaldi. De verwachte saldi lopen terug van ruim 10.000 personen in 2017 tot ruim 4.000 vanaf het begin van de jaren ’20, waarna de saldi constant worden verondersteld (figuur 3.2). Wat de binnenlandse migratie betreft is op grond van analyses over de afgelopen jaren (1992 t/m 2016) voor de prognoseperiode uitgegaan van een licht positief binnenlands migratiesaldo van 700 personen per jaar (figuur 3.1).

De vloeiende lijnen van de geprognosticeerde binnen- en buitenlandse migratiesaldi weerspiegelen uiteraard niet de jaarlijks (sterk) fluctuerende feitelijke migratieontwikkelingen. In een prognose wordt immers veeleer getracht een meer structureel (gemiddeld) beeld te schetsen, in plaats van de grilligheid van jaar op jaar in te schatten. Wel is duidelijk dat er met name rond de verwachte migratieontwikkelingen relatief grote onzekerheidsmarges bestaan. Het is een van de redenen de provinciale bevolkings- en woningbehoefteprognose regelmatig te actualiseren, om zo de (soms grote) effecten hiervan op de bevolkingsgroei en woningbehoefte in te kunnen schatten.

Figuur 3.2

Buitenlands migratiesaldo

Noord-Brabant, 1980-2050

  • 1. Zie CBS-Statline (2017): <em>Bevolkingsontwikkelingen: regio per maand, 2016 </em>(voorlopige gegevens).
  • 2. Vele asielmigranten zullen, nadat ze als vergunninghouders (én als buitenlandse migranten) zijn geregistreerd in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA) van de gemeente waarin het asielzoekerscentrum (AZC) is gelegen, vervolgens als binnenlandse migranten in de bevolkingsstatistieken worden opgenomen, wanneer men vanuit het AZC verhuist naar een (andere) gemeente in onze provincie of daarbuiten. Die laatste vertrekstroom is van invloed op het (negatieve) binnenlandse migratiesaldo van Brabant.
  • 3. - Lenny Stoeldrayer e.a. (2016). <em>Kernprognose 2016–2060: veronderstellingen over de geboorte. </em>Bevolkingstrends 2016. CBS, december 2016. <br>- Coen van Duin e.a. (2015). <em>Kernprognose 2015-2060: hogere bevolkingsgroei op korte termijn</em>. Bevolkingstrends 2015. CBS, december 2015. <br>- Coen van Duin, Lenny Stoeldrayer en Jeroen Ooijevaar (2015). <em>Bevolkingsprognose 2014–2060: veronderstellingen migratie.</em> Bevolkingstrends 2015. CBS, april 2015. <br>- Coen van Duin en Lenny Stoeldraijer (2014). <em>Bevolkingsprognose 2014–2060: groei door migratie.</em> Bevolkingstrends 2014. CBS, december 2014.

Binnenlandse migratie

Sinds de millenniumwisseling heeft Brabant een groot aantal jaren gekend (2002 t/m 2010) met een negatief binnenlands migratiesaldo. De afgelopen jaren zijn de binnenlandse saldi echter weer (licht) positief. Vanaf 2011 t/m 2015 hebben zich weer meer mensen vanuit de andere provincies in Brabant gevestigd, dan dat er vanuit onze provincie naar elders in Nederland zijn vertrokken. Zoals al is aangegeven laat 2016, samenhangend met de sterk toegenomen asielstroom, weer een duidelijk negatief binnenlands migratiesaldo zien.

Per saldo verliest Brabant vooral migranten aan de Noordvleugel van de Randstad (figuur 3.3). Vooral van de jongvolwassenen (15-29 jarigen) vertrekken er meer uit onze provincie dan zich er vestigen (figuur 3.4). Economische factoren, zoals de werkgelegenheidsstructuur en het hiermee samenhangende arbeidsaanbod spelen hierbij mogelijk een rol, evenals het aanbod van onderwijsvoorzieningen. De positieve binnenlandse migratiesaldi in de periode 2011 t/m 2015 impliceren echter, dat het negatieve saldo van jongvolwassenen de laatste jaren doorgaans wel weer (meer dan) gecompenseerd wordt door positieve saldi in de overige leeftijdscategorieën.

Binnen Brabant zijn het vooral de landelijke gebieden die per saldo jongvolwassenen zien vertrekken. Dit vertrekoverschot wordt al enige tijd niet meer goedgemaakt door vestigingsoverschotten in de andere leeftijdscategorieën. In de stedelijke concentratiegebieden zien we juist een ander beeld: vestigingsoverschotten van jongvolwassenen en veelal lichte vertrekoverschotten van vooral jonge gezinnen (figuur 3.4a en 3.4b).

Figuur 3.3

Binnenlands migratiesaldo

Noord-Brabant uitgesplitst naar landsdeel, 2000-2016

Zie ook: Toelichting op de gebruikte gebiedsindeling

Figuur 3.4, 3.4a en 3.4b

Binnenlands migratiesaldo naar leeftijd

2000-2016

Figuur 3.4
(2016 betreft voorlopige gegevens CBS-Statline)
Figuur 3.4a
(2016 betreft voorlopige gegevens CBS-Statline)
Figuur 3.4b
(2016 betreft voorlopige gegevens CBS-Statline)

Buitenlandse migratie

Zoals gezegd vertonen de buitenlandse migratiesaldi van Brabant de laatste jaren een nogal grillig verloop. Opvallend zijn de (sterk) negatieve saldi in de periode 2002 tot en met 2007. Het leidde in die periode tot de laagste bevolkingsgroei in onze provincie, gemeten vanaf 1950. Vanaf 2008 is het buitenlands migratiesaldo echter weer (sterk) positief, met saldi tussen de +3.500 en +5.000 in de periode 2010 t/m 2014. De omslag in die jaren kan voor een belangrijk deel verklaard worden door de toename van het aantal (arbeids)migranten uit de (jonge) lidstaten van de Europese Unie (figuur 3.5). Bovendien is, samenhangend met de mindere economische omstandigheden, het emigratieoverschot van Nederlanders afgenomen. Vooral door de instroom van asielzoekers is het buitenlandse migratiesaldo de laatste jaren beduidend (verder) toegenomen tot +8.300 in 2015 en liefst ca. +15.000 in 2016. Tegelijkertijd is hiermee de bevolkingsgroei in Brabant uitgekomen op het hoogste niveau in jaren.

De geschetste ontwikkelingen doen zich zowel in de stedelijke concentratiegebieden als in de landelijke gebieden voor (figuur 3.5a en 3.5b). Tussen beide gebiedstypen bestaat een grote mate van overeenkomst, wanneer de omvang (uiteraard in verhouding tot het inwonertal), ontwikkeling, patroon en samenstelling van de buitenlandse migratiesaldi worden vergeleken.

In de prognose is uitgegaan van een (structureel) hoog blijvende instroom van buitenlandse migranten, die zich voor een belangrijk deel in de stedelijke concentratiegebieden zullen vestigen, maar deels ook in de landelijke gebieden. Hoewel iets minder omvangrijk dan het aantal immigranten, zal ook de emigratiestroom dicht bij het huidige niveau blijven liggen. Een hoog immigratieniveau levert op termijn doorgaans ook weer de nodige emigranten op (retourmigratie). Hierbij speelt ook het toenemend belang van arbeid en studie als migratiemotief een rol, omdat een (groot) deel van deze migranten ons land na verloop van tijd weer verlaat4. Al met al leiden deze migratie-aannames tot een op termijn structureel verondersteld positief buitenlands migratiesaldo van – gemiddeld genomen – ruim 4.000 personen per jaar.

Figuur 3.5, 3.5a en 3.5b

Buitenlands migratiesaldo naar herkomst *

2000-2016

Figuur 3.5
(2016 betreft voorlopige gegevens CBS-Statline)
* de buitenlandse migratiesaldi naar herkomst over 2015 zijn ingeschat op basis van herkomstgegevens voor Nederland als geheel
Figuur 3.5a
(2016 betreft voorlopige gegevens CBS-Statline)

* de buitenlandse migratiesaldi naar herkomst over 2015 zijn ingeschat op basis van herkomstgegevens voor Nederland als geheel
Figuur 3.5b
(2016 betreft voorlopige gegevens CBS-Statline)

* de buitenlandse migratiesaldi naar herkomst over 2015 zijn ingeschat op basis van herkomstgegevens voor Nederland als geheel
  • 4. Coen van Duin, Lenny Stoeldrayer en Jeroen Ooijevaar (2015). <em>Bevolkingsprognose 2014–2060: veronderstellingen migratie</em>. Bevolkingstrends 2015. CBS, april 2015.

Migratie per gemeente

Omdat in de provinciale prognose het gemeentelijk schaalniveau de basis vormt voor de vooruitberekeningen, zijn de (verwachte) binnen- en buitenlandse migratiesaldi voor Brabant als geheel vertaald naar de individuele gemeenten. Hierbij wordt rekening gehouden met het uitgangspunt dat gemeenten in de landelijke gebieden kunnen 'bouwen voor migratiesaldo-nul’5, maar wel met de mogelijkheid om naast deze beleidsmatige insteek ook – en dat is nieuw in deze prognose – (beter) in te kunnen spelen op actuele trendmatige migratie-ontwikkelingen6. Zowel bij de verdeling van de binnenlandse als de buitenlandse migratie(saldi) over de Brabantse gemeenten zijn beleidsmatige en trendmatige aspecten meegenomen.

Zo zijn op grond van de (hierboven beschreven) analyses van de buitenlandse migratie en gelet op de feitelijke verdeling van de buitenlandse migratie over zowel de stedelijke concentratiegebieden als de landelijke gebieden in de afgelopen jaren, de verwachte positieve buitenlandse migratiesaldi7 in de nieuwe prognose verdeeld over alle gemeenten in Brabant8.
Wat de binnenlandse migratie betreft is nagegaan wat de (structurele) migratiesaldi van de gemeenten zijn geweest in de afgelopen jaren (2007 t/m 2016). Die trendmatig bepaalde saldi zijn als vertrekpunt genomen in de nieuwe prognose, waarbij voor de landelijke gemeenten als maximum ‘migratiesaldo-nul’ is gehanteerd. Voor landelijke gemeenten met een (trendmatig bepaald) negatief binnenlands saldo is er – beleidsmatig – van uitgegaan dat dit in de (prognose)jaren tot 2025 weer oploopt tot ‘migratiesaldo-nul’. 

Langs deze lijnen vormgegeven wordt – in lijn ook met het provinciale verstedelijkingsbeleid9 – nog altijd het overgrote deel van zowel de binnen- als de buitenlandse migratie toegerekend naar de stedelijke concentratiegebieden. Door naast beleidsmatige ook trendmatige aspecten in de prognose op te nemen wordt echter wel meer recht gedaan aan recente migratieontwikkelingen in Brabant. Zo wordt ook bijgedragen aan een (meer) realistisch beeld van toekomstige gemeentelijke bevolkingsontwikkelingen en hiermee samenhangende ontwikkelingen, bijvoorbeeld met betrekking tot de verwachte groei van de woningvoorraad.

  • 5. ‘Bouwen voor migratiesaldo-nul’ betekent dat gemeenten (beleidsmatig) zoveel woningen mogen bouwen als nodig is voor de natuurlijke bevolkingsgroei, ofwel de groei die optreedt als het saldo van alle verhuisbewegingen op nul wordt gesteld. Dit betekent, dat bij de vooruitberekening van de bevolking en de hiermee samenhangende woningbehoefte in de landelijke gebieden, gesteld wordt dat er door verhuizingen evenveel mensen een gemeente inkomen als uitgaan.
  • 6. <em>Ontwerp Wijziging Verordening ruimte 2014, actualisatie 2017 </em> (13.1 <em>Wijziging artikel 37.6 Bevolkings- en woningbehoefteprognose</em>). Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, 10 maart 2017.
  • 7. Hieronder vallen ook de gemeentelijke taakstellingen voor het (jaarlijks) huisvesten van statushouders.
  • 8. De verwachte positieve buitenlandse migratiesaldi zijn verdeeld over alle gemeenten in Noord-Brabant. Beide verdelingen hebben plaatsgevonden op basis van de gemeentelijke bevolkingsomvang per 1 januari 2016 (CBS-Statline, 2017).
  • 9. <em>Structuurvisie 2010 - partiële herziening 2014.</em> Provinciale Staten van Noord-Brabant, maart 2014.