2.

Geboorte en sterfte in Brabant

Door de vergrijzing van de bevolking neemt het aantal sterfgevallen de komende decennia sterk toe. Omdat het gemiddeld kindertal per vrouw vrij stabiel blijft, veranderen de geboorteaantallen maar weinig. Vanaf het begin van de jaren ’30 gaat de sterfte het aantal geboorten overtreffen en slaat de natuurlijke aanwas om in een natuurlijke afname.

De groei van de bevolking wordt enerzijds bepaald door de natuurlijke aanwas, oftewel het verschil tussen het aantal geboorten en het aantal sterfgevallen, en anderzijds door de binnen- en buitenlandse migratiesaldi.

Stabiel kindertal per vrouw, onder vervangingsniveau

Wat de geboorte betreft is aangesloten op de CBS-veronderstelling, dat het gemiddeld kindertal de komende jaren licht zal oplopen tot een (verder) stabiel verondersteld niveau van 1,75 kinderen per vrouw1. Momenteel wordt dat niveau niet gehaald. Zo is het gemiddeld kindertal in Brabant de laatste jaren teruggelopen tot 1,64 in 20152. Voor de prognoseperiode is evenwel verondersteld, dat de vruchtbaarheidscijfers de komende jaren weer wat zullen oplopen. Dit betekent dat er in grote lijnen geen veranderingen meer worden verwacht in de leeftijdsspecifieke vruchtbaarheid. Nu de effecten van uitstel op jonge leeftijd en inhaal op hogere leeftijd goeddeels uitgewerkt lijken te zijn, zal het gemiddeld kindertal per vrouw vrij stabiel blijven, al kunnen er natuurlijk altijd fluctuaties optreden naar aanleiding van onvoorziene, tijdelijke verstoringen. De recente financieel-economische crisis is van invloed (geweest) op de vruchtbaarheidscijfers. Maar bijvoorbeeld ook de flexibilisering op de arbeidsmarkt speelt een rol, waardoor nieuwe generaties jongeren minder snel ‘gesetteld’ raken3.

Gemiddeld kindertal per vrouw ligt onder vervangingsniveau

  • 1. - Coen van Duin e.a. (2015). <em>Kernprognose 2015-2060: hogere bevolkingsgroei op korte termijn</em>. Bevolkingstrends 2015. CBS, december 2015. <br> - Coen van Duin en Lenny Stoeldraijer (2014). <em>Bevolkingsprognose 2014–2060: groei door migratie</em>. Bevolkingstrends 2014. CBS, december 2014.
  • 2. Zie CBS-Statline (2017): het gemiddelde kindertal per vrouw heeft zich in Noord-Brabant ontwikkeld van 1,61 in 1990 en 1,73 in 2000 naar 1,79 in 2010. Onder invloed van de financieel-economische omstandigheden en het verminderde consumentenvertrouwen is dit totaal leeftijdsspecifieke vruchtbaarheidscijfer de laatste jaren teruggelopen tot 1,64 in 2015. De cijfers geven het gemiddeld aantal kinderen weer dat een vrouw krijgt, indien de in het betreffende jaar waargenomen leeftijdsspecifieke vruchtbaarheidscijfers gedurende haar leven zouden gelden. De Brabantse vruchtbaarheidscijfers liggen al geruime tijd op een met het Nederlands gemiddelde vergelijkbaar niveau.
  • 3. Lenny Stoeldrayer e.a. (2016). <em>Kernprognose 2016–2060: veronderstellingen over de geboorte.</em> Bevolkingstrends 2016. CBS, december 2016.

Als een ‘golfpatroon’ weerspiegelt het (toekomstig) aantal geboorten het verloop van het aantal vrouwen in de vruchtbare leeftijdsgroepen. Zo zal het aantal geboorten de komende jaren weer wat toenemen (figuur 2.1).

Figuur 2.1

Aantal geboorten en sterfgevallen

Noord-Brabant, 1980-2050

 

Er worden meer jongens geboren dan meisjes, in Nederland en ook in Brabant 

 

Immers, als gevolg van het grotere aantal geboorten in de jaren ’90 van de vorige eeuw neemt ook het aantal vrouwen toe op de leeftijden waarop de meeste kinderen worden geboren. Het niveau van de ‘golf’ uit de jaren ’90 wordt echter niet bereikt. Met een gemiddeld kindertal van 1,75 ligt de vruchtbaarheid namelijk op een niveau, waarmee huidige en toekomstige generaties zichzelf niet vervangen. Daarvoor moet het vruchtbaarheidscijfer op 2,1 liggen. Het ‘golfpatroon’ zet zich vervolgens door richting de jaren ’30 en ’40, wanneer de lagere geboortecijfers sinds de millenniumwisseling weer leiden tot een afname van het aantal geboorten.

Toename aantal sterfgevallen, ondanks stijgende levensverwachting

Ook bij de sterfte zijn de aannames van het CBS overgenomen4. Verwacht wordt dat de gemiddelde levensverwachting de komende decennia verder toeneemt. Voor mannen neemt de levensverwachting toe van 79,7 in 2015 tot zo’n 85,5 jaar in 2050 (+5,8 jaar). Voor vrouwen loopt de gemiddelde levensduur op van 83,1 jaar nu tot 89 jaar in 2050 (+5,9 jaar). In vergelijking met de vorige prognose is de levensverwachting opnieuw iets naar boven toe bijgesteld en een verdere toename in de (nabije) toekomst is zeker niet onrealistisch5.

We worden steeds ouder

(=de levensverwachting in jaren bij geboorte)
  • 4. - Coen van Duin e.a. (2015). <em>Kernprognose 2015-2060: hogere bevolkingsgroei op korte termijn.</em> Bevolkingstrends 2015. CBS, december 2015. <br>- Coen van Duin en Lenny Stoeldraijer (2014). <em>Bevolkingsprognose 2014–2060: groei door migratie.</em> Bevolkingstrends 2014. CBS, december 2014.
  • 5. Lenny Stoeldrayer, Fanny Janssen en Joop de Beer (2016). <em>Sterke stijging van de kans om 100 te worden.</em> In: Demos, jaargang 32, nr. 5, mei 2016, blz. 5.

Ondanks de alsmaar stijgende levensverwachting zal het aantal sterfgevallen in Brabant de komende tijd sterk oplopen als gevolg van de toenemende vergrijzing (figuur 2.1). De omvangrijke naoorlogse geboortegeneraties zullen in de eerste decennia van deze eeuw tot een sterke toename van het aantal overledenen leiden: van ruim 20.000 in de afgelopen jaren tot zo’n 27.000 rond 2030 en ruim 30.000 in 2050. Daarna zal, als ook de vergrijzing over haar hoogtepunt heen is, het aantal sterfgevallen weer wat teruglopen. Door de sterke toename van het aantal personen in de hoogste leeftijdsgroepen zal de sterfte in het begin van de jaren ’30 het aantal geboorten gaan overtreffen en slaat de natuurlijke aanwas om in een natuurlijke afname.